anatomie, Ultimate Instability

Het zenuwstelsel deel 2

Het zenuwstelsel is zeer uitgebreid en als Personal trainer wil je weten hoe je optimaal traint. In deel 1 kon je lezen hoe het zenuwstelsel grofweg is ingedeeld en hoe een prikkel wordt overgedragen. In dit deel gaan we in op hoe je de aansturing verbeterd en hoe bewegingen worden opgeslagen.

De hersenen

De hersenen, ook wel het encephalon genoemd, wordt onderverdeeld in de grote hersenen, het cerebrum, de hypofyse, thalamus en hypothalamus. Verder hebben we de pons, ofwel de brug en de kleine hersenen ofwel het cerebellum. De hersenen gaan over in de hersenstam richting het ruggenmerg.

Foto shutterstock

De hersenen zijn verdeeld in twee grote helften, de hemisferen. Deze zijn met elkaar verbonden door een balksysteem van vezels, het corpus callosum. Een kenmerk van de grote hersenen ofwel cerebrum zijn de groeven, die sulci worden genoemd en windingen, die gyri heten. Dit hersengedeelte is opgebouwd uit een groot aantal zenuwcellen, gegroepeerd in schorsvelden en ze maken allemaal deel uit van de hersenschors ofwel de cortex.

Cortex

De cortex is de verzamelplaats van velden die een functionele betekenis hebben toegewezen gekregen. Vooral de cognitieve (bewustwording) functie is hier belangrijk. Zenuwcellen en uitlopers, welke gevoelige informatie hebben ontvangen en motorische (bewegingsprikkels) worden vanaf hier naar spieren en organen gestuurd.

In de cortex liggen: het motorische veld, het motorische spraakcentrum (Broca), de akoestische schors, het sensibele veld, het sensorische spraakcentrum (Wernicke) en de optische schors. Lees ook de blog: wat is een homunculus eens.

In het Diencephalon (de tussenhersenen) zitten de kernen van thalamus, hypothalamus en de hypofyse. Vooral de thalamus is een schakelcentrum van informatie van en naar het cerebrum. De hypothalamus is vooral een controle- orgaan van het autonome zenuwstelsel en het hormoonsysteem. Het staat in verbinding met de hypofyse als belangrijkste stuurorgaan van de hormoonklieren. Dit deel is evolutionair het oudste deel van ons brein en is onderdeel van het limbische systeem. Gevoelens, vecht- en vluchtreacties gaan via dit deel van de hersenen.

De kleine hersenen of het Cerebellum, bestaat, net als de grote hersenen, uit twee hemisferen. De voornaamste functie van de kleine hersenen is de regulatie van coördinatie en evenwicht. Bewegingen worden hier opgeslagen!

Door het ruggenmerg, in de substantia grisea (ofwel grijze stof) liggen vooral zenuwcellichamen, dendrieten en gliacellen. Door het ruggenmerg worden de prikkels dichter bij het doelorgaan of de spier gebracht.

Het zenuwstelsel en aansturing

Hoe werkt het zenuwstelsel? Hoe wordt een skeletspier aangestuurd?

Brain central control

Dit is een manier waarop je een beweging kunt maken. Je bedenkt wat je wilt doen en top-down wordt de beweging aangestuurd. Je bein berekent alle dingen die je voelt en ziet (perceptie) en berekent alle actie. 85% van alle coaching cues worden hiermee gegeven. “Brace, duw je knieën naar voren, duw je schouderbladen naar elkaar”.

Bij deze manier van bewegen, ontstaan 3 problemen: 1) hoe kan iemand die nieuw is, deze beweging maken? 2) hoe kan het lijf een beweging berekenen als er een onbekende kracht vanaf buiten komt? en 3) er is ongelofelijk veel brainpower nodig om dit te berekenen in open skill sporten. Daarnaast reageert een spier elke keer ietsjes anders.

Mind- muscle connectie

De mind- muscle connectie kun je omschrijven als de kracht van de neurale connectie tussen je spieren en je hersenen. Je “voelt” je spier. Dit betekent 2 dingen: 1) je hebt sensorische zenuwbanen die dit kunnen voelen en genoeg stimulatie daarvan en 2) je kunt in je motorcortex gewillig een patroon leggen. Dat betekent dat je bij elk knooppunt, waarvan je zenuwstelsel een patroon uitrekent per beweging, een override doet en zelf bepaalt wat je aan spant.

Motorneuronen bepalen beweging en de sensorische zenuwbanen leiden de informatie terug naar je brein. Dit is dus niet hetzelfde. Je kunt maximale spieractivatie bereiken, zonder de spier überhaupt te voelen werken. Het ‘voelen’ van spieractiviteit is grotendeels een psychologisch iets. Waar het daadwerkelijk plaats vindt, kan heel anders zijn. Lees meer over de mind-muscle connectie in deze blog van Richard Bell.

Reflexen

Reflexen kunnen vrij eenvoudig verlopen, zoals monosynaptische reflexen (zie afbeelding) van de skeletspieren. Dit noemen we ook wel spinale reflexen. Hierbij is er maar één schakel in het ruggenmerg. Proprioceptie speelt hier een belangrijk rol. Deze sensoren liggen in de gewrichten, pezen en spierspoelen van een spier. Spinale reflexen van de spieren verlopen heel snel en worden ook wel spier-eigenreflexen genoemd. De receptor ligt hier namelijk in het reagerende orgaan zelf: de spier reageert als gevolg van de rekking van de spier zelf. Veel van deze reflexen ontstaan via goed beschreven neuronale circuits. Vaak veroorzaakt uitrekking van die spier of pees dan een samentrekking.

Ultimate Instability en dynamische leren

Door dynamische load te gebruiken in je trainingen, kun je het hele zenuwstelsel prikkelen. Door de onvoorspelbaarheid, krijgen de hersenen niet de tijd om een patroon top- down te bedenken. Met co-contracties en reflexen leert je lichaam om een optimaal beweegpatroon te vormen. Lees ook de blog dynamische en statische stabiliteit eens.

Constraint Led Approach.

Hoe kun je het lichaam zelf een beweegpatroon aanleren en dat zo optimaal aanleren? Specifiek in open sporten maken we gebruik van de constraint led approach. Wat dat is kun je terugkijken in deze video.

Lees ook de blog Coachingskills eens. Vanaf juli kun je elke maand starten met de cursus Ultimate Instability, waarbij je zowel theoretisch als praktisch aan de slag gaat met de Constraint led approach. Daarnaast ontvang je een aquabag thuis. Schrijf je direct in via deze knop:

Een gedachte over “Het zenuwstelsel deel 2”

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.